Naast de veel gemaakte fouten bij het gebruik van “then” en “than”, is het gebruik van “You’re” en “Your” ook voor veel mensen niet duidelijk. De woorden “You’re” en “Your” worden nog weleens verward, waarschijnlijk omdat je ze hetzelfde uitspreekt. Toch hebben ze hele verschillende betekenissen. Gelukkig zijn de regels voor het gebruik van “You’re” en “Your” erg makkelijk. Het zit als volgt in elkaar:

You’re

“You’re” is een samentrekking van de woorden “you are”. Het heeft absoluut geen andere betekenis. Daarom kun je “you’re” altijd vervangen door “you are”. Als dit niet mogelijk is, dan is het gebruik van deze samentrekking onjuist. Enkel voorbeeldzinnen met betrekking tot het gebruik van “you’re”:

  • You’re my best friend.
    You are my best friend.
    (Je bent mijn beste vriend)
  • You’re doing a good job.
    You are doing a good job.
    (Je doet goed werk.)
  • You’re the best!
    You are the best!
    (Je bent de beste!)

Your

Het woord “your” (in het Nederlands “jouw”, “je”, “uw”, “jullie”) is een bezittelijk voornaamwoord. “Your” staat altijd voor een ander woord, meestal een zelfstandig naamwoord of een bijvoeglijk naamwoord. “Your” wordt net als de Nederlandse varianten gebruikt om aan te geven dat iets van jou is (bijv. jouw auto) of met jou te maken heeft (bijv. jouw familie). Enkel voorbeeldzinnen met betrekking tot het gebruik van “your”:

  • Are these your books?
    (Zijn dit jouw/uw/jullie boeken?)

  • What’s your name, Miss?
    (Wat is uw naam, mevrouw?)

  • Your laptop is on the table.
    (Jouw laptop ligt op de tafel.)

  • Stop bullying your sister!
    (Hou op je zusje te pesten!)
© Copyright 2024 - Vertaalbureau Perfect B.V.