De Nederlandse taal omvat een groot aantal leenwoorden. Deze benaming gebruiken we voor woorden die van origine uit een andere taal komen. Veel van deze woorden worden veelvuldig gebruikt, waardoor we ze als Nederlandse woorden zijn gaan zien. De meeste leenwoorden die we in het Nederlands gebruiken zijn afkomstig uit het Engels. Vandaar dat deze pagina volledig in het teken staat van Engelse leenwoorden. Er volgt eerst een korte uitleg over Engelse leenwoorden in de Nederlandse taal. Aansluitend gaan we in op het spellen en vervoegen van Engelse leenwoorden en tot slot volgt een lijst van de bekendste Engelse leenwoorden.
Engels leenwoorden in de Nederlandse taal
Vrijwel iedere Nederlander komt dagelijks in aanraking met Engelse leenwoorden in de Nederlandse taal. Vaak wordt er alleen niet bij stilgestaan dat het woord oorspronkelijk uit het Engels afkomstig is. Dit komt vooral doordat deze woorden inmiddels ingeburgerd zijn in het Nederlands. Door de jaren heen zijn sommige Engelse leenwoorden in het Nederlands een eigen leven gaan leiden. Na verloop van tijd komen deze zelfs in een Nederlands woordenboek te staan en beschouwen we ze als Nederlandse woorden. Dit gebeurt vooral veel met woorden die eindigen op ‘-en’, zoals ‘uitloggen’, ‘checken’ en ‘deleten’. Hoewel deze woorden in het Nederlands woordenboek staan, gaat het hier niet om een correcte Engels vertaling.
Het spellen en vervoegen van Engelse leenwoorden
Ondanks dat we vrijwel dagelijks in aanraking komen met Engelse leenwoorden in de Nederlandse taal, worden ze vaak verkeerd geschreven. Ook weten veel mensen niet hoe ze leenwoorden uit het Engels vervoegen. Niet gek, want er gelden de nodige regels met betrekking tot het schrijven van Engelse leenwoorden. Om jou een handje te helpen bij het spellen van deze woorden zetten we hieronder een aantal belangrijke spellingregels op een rijtje.
- Als een Engels leenwoord een ‘e’-klank heeft, schrijf je vaak een ‘a’. Spreek de volgende woorden maar eens hardop uit: ‘jack’, ‘racket’ en ‘laptop’. Je hoort hier telkens een /e/, maar toch schrijf je een ‘a’.
- Leenwoorden uit het Engels die een ‘ee’-klank hebben, schrijf je met een ‘a’ of ‘ai’. Voorbeelden hiervan zijn: ‘container’, ‘cake’ en ‘gamen’.
- Een Engels leenwoord met een ‘k’-klank schrijf je altijd met ‘ck’. Zo is het bijvoorbeeld ‘ticket’ en geen ‘tiket’.
- In het Engels bestaat de uitgang ‘-ieuw’ niet. Vandaar dat een woord als ‘interview’ zonder ‘u’ geschreven wordt. Dit is namelijk een Engels leenwoord.
- Eindigt een Engels leenwoord op een ‘ie’-klank? Schrijf dan geen ‘ie’, maar ‘y’. Dit is bijvoorbeeld bij een woord als ‘baby’ aan de orde. Sommige Engelse leenwoorden eindigen ook op ‘ey’. Deze spreek je eveneens uit als /ie/. Zo spreek je ‘hockey’ bijvoorbeeld uit als ‘hockie’.
- Er zijn Engelse leenwoorden die op een dubbele medeklinker eindigen. ‘Baseball’ is hier een goed voorbeeld van. ‘Volleybal’ eindigt daarentegen maar op één medeklinker. Dit komt doordat dit woord inmiddels vernederlandst is.
Denk overigens niet dat de spelling van Engelse leenwoorden altijd hetzelfde blijft, want deze kan veranderen. Dit gebeurt vooral bij werkwoorden die we uit het Engels hebben overgenomen. Veel werkwoorden die oorspronkelijk uit het Engels komen hebben vandaag de dag bijvoorbeeld een Nederlandse vervoeging die eindigt op ‘-en’. ‘Deleten’ is hier een voorbeeld van. In het Engels eindigt dit werkwoord namelijk niet op een ‘-n’, maar is het ‘delete’.
De of het
Wanneer je in de Nederlandse taal een lidwoord gebruikt, wordt dit woord altijd vergezeld van het lidwoord ‘de’ of ‘het’. Bij het merendeel van de leenwoorden uit het Engels hoort het lidwoord ‘de’, maar er zijn ook woorden waar ‘het’ bij hoort. Een Engels leenwoord schrijf je bijvoorbeeld met ‘het’ als de betekenis van het woord dit afdwingt. Daarnaast gebruik je voor Engelse leenwoorden die een sterke gelijkenis hebben met een Nederlands woord ook het lidwoord ‘het’. Er zijn overigens ook leenwoorden uit het Engels die je met ‘het’ schrijft zonder dat hier een duidelijke reden voor is. Sommige Engels leenwoorden kunnen zowel ‘de’ als ‘het’ krijgen. Hieronder volgen een aantal voorbeelden:
- De woord: de volleybal
- Het woord: het platform
- De/het woord: de/het display
- Sterke gelijkenis: het park
- Betekenis dwingt ‘het’ af: het ijzer
Lijst van veelgebruikte Engelse leenwoorden
Het aantal Engelse leenwoorden dat we in het Nederlands gebruiken blijft alsmaar groeien. Dit komt doordat er in het Engels - net als in het Nederlands - ook telkens nieuwe woorden bij komen. Om jou een indruk te geven van Engelse leenwoorden die we in het Nederlands gebruiken, hebben we hieronder een aantal bekende leenwoorden uit het Engels voor je op een rijtje gezet.
- Airbag
- Airconditioning
- Barbecueën
- Chatten
- Creditcard
- Deadline
- Fulltime
- Gamen
- Handsfree
- Inzoomen
- Joggen
- Laptop
- Livestream
- Mixen
- Outfit
- Pallet
- Parttime
- Phishing
- Racen
- Rappen
- Sale
- Second opinion
- Shoppen
- Sticker
- Ticket
- Time-out
- Trainen
- Up-to-date
- Voicemail
- Vloggen
- Website