Grenzeloos wonen en werken vraagt vooral kennis van buurtalen. Het Europese Jaar van de Talen was 2001. Waarom al dat gedoe? Je kunt toch vaker overal terecht met Engels? Een onterechte uitspraak, bij nadere beschouwing van feiten en cijfers leert men anders. Juist vanwege de toenemende communicatie- en verkeersmogelijkheden neemt het aandeel van het Engels bij internationale contacten eerder af. Een vertaalbureau kan hierbij uitkomst bieden. Maar wie echt wil profiteren van zijn grensoverschrijdende mogelijkheden zal het vooral moeten hebben van zijn kennis van de buurtalen.
Internationale contacten
Dat Europeanen bij internationale contacten normaal gesproken Engels gebruiken, berust op een voorstelling van internationalisering die snel aan het verouderen is. Het idee dat internationale contacten vooral incidenteel zijn en zich afspelen tussen mensen die verder elk in hun eigen taalgebied leven en werken. In zo’n geval is een lingua franca praktisch. Maar het aandeel van zulke contacten in het totaal van internationale mobiliteit is kleiner aan het worden. Steeds vaker gaat het om wonen, opleiding en werk over de taalgrens. Dat stelt andere eisen aan onze talenkennis. Neem Luxemburg, een land met zeer veel internationale contacten. Veel kinderen leren daar op de basisschool al sinds mensenheugenis eerst Frans en Duits en daarna pas Engels. Nederland loopt hierin achter, ondanks zijn ligging. Maar ook hier zien we de eerste tekenen. In Enschede, Kerkrade en Vaals zijn de eerste basisscholen bezig intensief Duits aan te bieden, voor men aan Engels begint. Een school onder Maastricht doet het zelfde met Frans. Hoeveel wereldburgers een taal spreken of hoeveel van hen op school zo’n taal leren is daarbij niet het belangrijkste. Chinees mag met afstand de meest gesproken taal ter wereld zijn en Hindi bijna even verbreid zijn als Engels, in ons dagelijks leven kunnen we ze maar zelden gebruiken. Veel belangrijker is wat de mensen spreken met wie je het meest te maken hebt. Ook in het bedrijfsleven is dat, anders dan meestal wordt gedacht, niet Engels. Wij staren ons blind op de taalpraktijk van een beperkt aantal mondiaal opererende multinationals en banken. Maar de bulk van de internationale handelscontacten blijkt zich wereldwijd af te spelen tussen bedrijven uit het MKB-segment in aangrenzende taalgebieden.
Taal van de buren
Gegeven dit soort cijfers zijn buurtalen voor de intensieve, zeg maar ‘dagelijkse’ internationale contacten belangrijker dan Engels. Daarbij is sprake van een tweede paradox: Dit effect is sterker naarmate het opleidings- en inkomensniveau van de taalgebruiker lager is. Je kunt van Rio tot Bombay en van Tokio tot Abudabi in het Engels een hotelkamer van 500 dollar per nacht reserveren. Zelfs in onze buurlanden Duitsland of Frankrijk wordt dat al moeilijker met een kamer onder de 60 Euro. De doelgroep van die laatste prijsklasse is natuurlijk veel groter. En juist in die groep is de sterkste groei in internationale contacten te verwachten. Wie echt wil profiteren van de toename aan internationale mogelijkheden op alle gebieden, zal daarnaast de talen van zijn buren moeten beheersen.
Bron: Internationalisering en Engels, 2001 - Gerard Westhoff