Nederlands is dan wel de officiële voertaal van ons land, maar het is zeker niet de enige. Zo zijn er diverse talen en dialecten in gebruik, waarvan de overheid er drie officieel als regionale talen erkent: het Nedersaksisch, het Limburgs en het Fries. Opvallend daarbij is dat Fries in de provincie Fryslân zelfs een officiële status heeft. Daarnaast bestaan er nog tal van andere dialecten die, hoewel niet formeel erkend, wél een belangrijke rol spelen in de taalidentiteit van veel Nederlanders. In dit overzicht zetten we de bekendste Nederlandse dialecten en streektalen voor je op een rijtje.
Noord-Nederland
In het noorden van Nederland worden verschillende dialecten en zelfs een andere taal gesproken. De bekendste zijn Fries, Gronings, Drents en Stellingwerfs. Hieronder lichten we deze taal en dialecten één voor één toe. Je leest hoe de taal en/of dialecten ontstaan zijn en uiteraard geven we ook een aantal voorbeelden.
Fries (taal)
Het Fries vindt zijn oorsprong in de vroege middeleeuwen en werd destijds gesproken langs de Noordzeekust, van de Kop van Noord-Holland tot in delen van het huidige Duitsland en Denemarken. Hoewel het taalgebied ooit groter was, ligt het zwaartepunt nu vooral in de provincie Fryslân. Anders dan vaak wordt gedacht, is Fries geen dialect maar een officieel erkende taal. De erkenning daarvan is in de loop van de 20e eeuw in meerdere stappen vastgelegd, onder andere via het Europees Handvest voor regionale talen en de Wet gebruik Friese taal.
Naar schatting spreekt ongeveer de helft van de inwoners van Fryslân het Fries als eerste taal; het merendeel van de bevolking kan de taal (passief) goed verstaan of in meer of mindere mate spreken. Daarmee is het Fries een levende minderheidstaal met een stevige positie in zowel het dagelijks leven als het bestuur binnen de provincie.
Fries | Nederlands |
---|---|
tsiis | kaas |
mem | moeder |
heit | vader |
beppe | oma |
pake | opa |
oant moarn | tot morgen |
it kin net | het kan niet |
it giet oan | het gaat door |
de grize giet my oer de grouwe | de rillingen lopen me over de rug |
hoe giet it? | hoe gaat het? |
Gronings
In de middeleeuwen werd er in de provincie Groningen vooral Fries gesproken. Aan de grens met Friesland wonen nog steeds mensen die Fries spreken, maar in het overgrote deel van Groningen wordt tegenwoordig Gronings gesproken. Dit is in feite geen dialect op zich, maar een verzamelnaam voor alle vormen van streektaal die men in de provincie Groningen spreekt. In de stad Groningen spreekt men Stadjers, in Noord-Groningen Hogelandsters en in West-Groningen Westerkwartiers.
Rond 1800 ontwikkelde het Groningse dialect zich sterk. Zo werden typisch Groningse klanken als 'ee', 'oo' en ‘uu’ uitgebreid met ‘ai’, ‘ou’ en ‘ui’. In deze periode ontstond ook het accent dat veel mensen tegenwoordig herkennen als het Gronings.
Gronings | Nederlands |
---|---|
pluumklappen | badmintonnen |
knoalflipper | afstandsbediening |
plofpuut | airbag |
moi eem | hallo |
kon minder | fantastisch |
kop ‘r veur | succes |
dikke tammo | het is wel goed met jou |
ken ik ja nait roeken | dat kan ik toch niet weten |
kist mie eem helpen | kan je me even helpen |
nuver weer nait? | mooi weertje hè? |
Drents
Net als voor het Gronings geldt ook voor het Drents dat dit een verzamelnaam is voor de verschillende dialecten die in deze provincie gesproken worden. Tot het Drents behoren het Noordenvelds, Veenkoloniaals, Zuidoost Zand-Drents, Zuidoost Veen-Drents, Midden-Drents, Zuidwest Noord-Drents en Zuidwest Zuid-Drents. Al deze dialecten stammen af van het Nedersaksisch.
Ondanks dat de Drentse taal voornamelijk in Drenthe gesproken wordt, verwierf het dialect in de jaren ‘70 landelijke bekendheid. Dit was het gevolg van de televisieserie over de Drentse boerenjongen Bartje. In Drenthe zelf wordt het dialect nog steeds veelvuldig gesproken. Naar schatting spreekt zo’n 50 tot 60 procent van de inwoners regelmatig Drents.
Drents | Nederlands |
---|---|
an de kuier | aan de wandel |
eerappels/erpels | aardappels |
doezend | duizend |
van heurn zeggn | van horen zeggen/in de wandelgangen |
as is verbraande törf | aan ‘als’ hebben we niets |
an de latten | vermoeid |
stoer | moeilijk |
hellig | woedend |
pismieger | mier |
schier | mooi |
Stellingwerfs
Stellingwerfs is een dialect dat in zowel Friesland, Groningen als Drenthe gesproken wordt. Verwacht niet dat je het overal in deze provincies tegenkomt, want dat is niet het geval. Dit dialect wordt namelijk vooral gesproken in de grensregio’s van deze drie provincies. Stellingwerfs vertoont veel overeenkomsten met andere dialecten die in Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel gesproken worden. De Nederlandse overheid heeft dit dialect in 1996 overigens erkend als een variant van de Nedersaksische streektaal.
Stellingwerfs | Nederlands |
---|---|
de kop in de goeze | in de war |
bi´j slot van zaeke | ten slotte |
tot kiek es | tot ziens |
bestuveren | betalen |
kiender | kinderen |
Nederlaanse | Nederlandse |
pelisie | politie |
thuus | thuis |
de boeren | vrienden |
wezen | zijn |
Oost-Nederland
Wie denkt dat dialecten alleen in het noorden van Nederland voorkomen, heeft het mis. Ook in het oosten spreken ze namelijk verschillende dialecten. Twents, Achterhoeks, Sallands en Veluws zijn hier de bekendste voorbeelden van. Hieronder leggen we kort wat uit over ieder dialect en zetten we een aantal voorbeelden op een rijtje.
Twents
Het Twentse dialect heeft een rijke historie, want in de middeleeuwen werd er al in deze taal gecommuniceerd. Aanvankelijk werd gedacht dat het om een Nederduitse taal ging, maar onderzoek heeft uitgewezen dat Twents toch meer overeenkomsten heeft met de Nederlandse taal. Zo’n 61 procent van de inwoners van Twente spreekt dagelijks Twents. Iets meer dan 80 procent beheerst de taal bovendien actief.
Gezien de naam van dit dialect verbaast het je waarschijnlijk niet dat het vooral in de regio Twente gesproken wordt. Toch is het niet zo dat alle inwoners van Twente hetzelfde dialect spreken. Per streek, dorp of stad kunnen er namelijk andere woorden gebruikt worden voor bepaalde zaken. Omdat de verschillen vaak niet bijzonder groot zijn, begrijpen de meeste Tukkers elkaar wel gewoon.
Twents | Nederlands |
---|---|
onmeunig | heel veel |
siepel | ui |
tuffel | aardappel |
de proem’n op heb’n | uitgeput zijn |
oonder ‘n droad hen vret’n | vreemdgaan |
wie trapt ‘m an | we gaan naar huis |
hee hef ne klap van de möl had | hij heeft ze niet allemaal op een rijtje |
barbetjoepen | barbecueën |
de melk is kapot | de melk is over de datum |
ik pak de paling in | ik ga er vandoor |
Achterhoeks
Wanneer je in de Achterhoek bent, is de kans groot dat je in aanraking komt met het Achterhoeks. Dit dialect behoort tot het Nedersaksisch, waardoor het de nodige overeenkomsten vertoont met andere dialecten die hiertoe behoren. Zo lijkt het dialect dat men in het noorden en oosten van de Achterhoek spreekt veel op het Sallands en Twents, terwijl het Achterhoeks in het westen gelijkenissen heeft met het Veluws. Ondanks dat er voor dit dialect geen vaste spelling is, gebruiken veel mensen wel dezelfde schrijfwijze.
Achterhoeks | Nederlands |
---|---|
good goan | tot ziens |
betjen | beetje |
huulbessem | stofzuiger |
spiekerbokse | spijkerbroek |
moeven | wegwezen |
deerntje | meisje |
vaak bu’j te bange | niet nadenken, gewoon doen |
bekiek et ow | bekijk het maar |
dan he’j de schaopen ant drieten an | dan heb je de poppen aan het dansen |
Sallands
Net als veel andere dialecten op deze pagina behoort ook het Sallands tot de Nedersaksische taal. Deze streektaal wordt vooral gesproken door inwoners van het westen van Overijssel, met uitzondering van de Kop van Overijssel. In het noordelijke deel van deze provincie spreekt men voornamelijk het dialect Stellingwerfs, waar we eerder op deze pagina al bij stilstonden.
Denk overigens niet dat er in heel Salland hetzelfde dialect gesproken wordt, want dat is niet het geval. In bepaalde delen zit er namelijk verschil in de uitspraak van woorden. Zo worden woorden met ‘ie’ in sommige delen als ‘ie’ uitgesproken, maar er zijn ook delen van Salland waar men de ‘ie’ als ‘ee’ uitspreekt. Een ander kenmerk van dit dialect is dat veel woorden een ä-klank hebben. De uitspraak hiervan ligt vaak tussen de ‘èè’ en ‘a’ in. Daarnaast wordt de ‘ij’ vaak uitgesproken als ‘ie’ en de ‘ui’ als ‘uu’.
Sallands | Nederlands |
---|---|
huus | huis |
wieze | wijze |
better | beter |
moes | muis |
slof | taai |
va en moe | vader en moeder |
kannie wache’n | heb geen tijd |
ik mut eam de jappel öfgiet’n | ik moet even plassen |
ik bin sloerig in de bott’n | ik ben niet helemaal fit |
de haan’n op de knippe hoaln | op de centen letten |
Veluws
Het Veluws is een Nedersaksische taal die vooral op en rond de Veluwe gesproken wordt. Dit dialect wordt onderverdeeld in het Oost- en West-Veluws. Beide dialecten vertonen de nodige overeenkomsten, maar toch zijn er verschillen in de uitspraak en schrijfwijze van bepaalde woorden. In de onderstaande tabel zie je een aantal woorden die in beide dialecten hetzelfde betekenen, maar we laten je ook een paar verschillen zien.
Veluws | Nederlands |
---|---|
gedien | gordijn |
krang | binnenstebuiten |
overstuur | bedorven |
strabant | pittig |
sukelao | chocolade |
platte peters | tuinbonen |
ledder (Oost-Veluws) leer (West-Veluws) | ladder |
keze (Oost-Veluws) kies (West-Veluws) | kaas |
vul (Oost-Veluws) vulling/vullen (West-Veluws) | veulen |
gieteling (Oost-Veluws) merel (West-Veluws) | merel |
West-Nederland
Sommige mensen denken dat dialecten alleen in het noorden en oosten van het land voorkomen, maar dat is niet het geval. In grote delen van West-Nederland wordt namelijk ook in streektaal gesproken. Benieuwd welke dialecten je in dit deel van het land tegen kunt komen? Wij lichten er hier een aantal uit.
Hollands
In Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Flevoland, delen van Friesland en op de Waddeneilanden wordt het dialect Hollands gesproken. Dit dialect ontwikkelde zich snel na de val van Antwerpen in 1585. Oorzaak hiervan was de massale toestroom van Brabanders en Vlamingen. Hierdoor ontstond er een mengelmoes aan talen en dat vormde uiteindelijk de basis voor het dialect Hollands.
Een belangrijk kenmerk van het Hollands is het gebruik van ‘jou’ en ‘nou’. Daarnaast worden klassen van mannelijke en vrouwelijke woorden samengevat en eindigen verkleinwoorden in het Hollands op ‘-ie’ en ‘-tje’, iets wat in het Zeeuws en Brabants - twee andere hoofddialecten - niet het geval is. In de grensgebieden wordt het Hollands overigens beïnvloed door andere dialecten, zoals het Zeeuws in het zuiden en het Fries in het noorden.
Utrechts
Gezien de naam van dit dialect verbaast het je waarschijnlijk niet dat dit vooral gesproken wordt in de provincie Utrecht. Het dialect staat in de volksmond ook wel bekend als ‘stad-Utrechts’ en behoort tot het Utrechts-Alblasserwaards. Dit laatste dialect is in principe niets meer dan een oostelijke variant van het dialect Hollands dat we hierboven al behandelden.
Ondanks dat Utrechts vaak ‘stad-Utrechts’ genoemd wordt, hoor je het in de stad zelf niet bijzonder veel meer. Dit komt vooral doordat veel mensen die het dialect spreken de laatste jaren verhuisd zijn naar andere plaatsen of provincies. Toch wordt er in een aantal buitenwijken en volksbuurten van Utrecht nog steeds Utrechts gesproken. Daarnaast kom je dit dialect tegen in omliggende dorpen, zoals Zeist, IJsselstein, Maarssen en Nieuwegein.
Utrechts | Nederlands |
---|---|
dakhaos | kat |
haalve zoal | idioot |
woutenkit | politiebureau |
werrem | warm |
jochie/wijfie | jonge man/jonge vrouw |
wa dachie wat? | wat denk je? |
da ken wel weze | dat kan wel zo zijn |
la me lekke met rus | zeur niet zo |
donderstraolt op | ga weg |
ik gaot effe legge | ik ga even liggen |
Zuid-Hollands
Heb je nog nooit iemand Zuid-Hollands horen spreken? Dat kan kloppen, want dit is geen dialect. Zuid-Hollands is namelijk een verzamelnaam voor de dialecten die gesproken worden in het zuidelijke deel van Zuid-Holland. Daarnaast spreken inwoners van Goeree-Overflakkee en de Alblasserwaard Zuid-Hollands. Je kunt het dialect zelfs tegenkomen in Amsterdam, Haarlem en de omliggende plaatsen.De dialecten die tot het Zuid-Hollands behoren, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het standaardnederlands.
Net als de meeste andere dialecten heeft ook het Zuid-Hollands een aantal kenmerken. Zo worden woorden als ‘kunnen’ en ‘kennen’ en ‘liggen’ en ‘leggen’ vaak samengenomen. Een ander belangrijk kenmerk van Zuid-Hollandse dialecten is dat de ‘n’ aan het einde van een woord vrijwel nooit wordt uitgesproken.
Zuid-Hollands | Nederlands |
---|---|
staallechie | stalletje |
bobberkop/bobber | chagrijnig persoon |
bunzig/bunzeg | bang |
zo groos as een bezem | ergens trots op zijn |
ben jij nou glad geschiffeld?! | gek |
muikert | stiekemerd |
droel | kouwelijk persoon |
fiebeldekwint | (zeer) onrustig of aanstellgerig |
‘t is brie, die me nie brandt | het laat me koud |
sprêêuwe wille wel korse vreten mar gien bôôme planten | wel de lusten, niet de lasten |
West-Fries
Net als voor meer dialecten op deze pagina geldt ook voor het West-Fries dat dit geen dialect op zich is. Het gaat hier namelijk weer om een verzamelnaam voor de dialecten die in het noorden van Noord-Holland (regio West-Friesland) en op Texel en Vlieland gesproken worden. Derpers, Mid-West-Fries, Oostelijk West-Fries, Westelijk West-Fries, Enkhuizens, Tessels, Vlielands en Wierings zijn allemaal dialecten die tot het West-Fries behoren.
De dialecten die tot het West- Fries gerekend worden, kunnen van dorp tot dorp sterk verschillen. Toch heeft dit dialect wel een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Zo wordt de letter ‘u’ in bepaalde woorden bijvoorbeeld vaak uitgesproken als ‘e’. Er zijn ook woorden waarbij de letter ‘e’ als ‘a’ uitgesproken wordt. Daarnaast spreekt men in het West-Fries het voorvoegsel ‘ge-’ bij een voltooid deelwoord vaak niet uit. Tot slot eindigt het meervoud van woorden in dit dialect altijd op een ‘-e’, terwijl het meervoud van woorden in het Nederlands op ‘-en’ eindigt.
West-Fries | Nederlands |
---|---|
breg | brug |
meg | mug |
darde | derde |
boet | schuur |
frok | trui |
taat/moer | vader/moeder |
ota/opoe | opa/oma |
swaal | zwaluw |
m’n biene benne loof | mijn benen zijn moe |
skôftig mooi | heel/erg mooi |
Haags
Het dialect Haags wordt vooral gesproken in Den Haag en omstreken. Het is een van de vele dialecten die tot het Zuid-Hollands dialect gerekend wordt. Omdat het Haags een bijzonder dialect is, hebben we besloten om hier wat uitgebreider bij stil te staan. Voordat we hier verder op ingaan, moet je weten dat er onderscheid gemaakt wordt tussen plat- en hoog-Haags. Scheveningen heeft zijn eigen dialect: het Schevenings.
Het onderscheid tussen plat- en hoog-Haags heeft te maken met de sociale klassen. Iemand die plat-Haags spreekt wordt een Hagenees genoemd, terwijl iemand die hoog-Haags spreekt als een Hagenaar door het leven gaat. In de tabel hieronder zie je een aantal voorbeelden van woorden, zinnen en uitdrukkingen in het Haags.
Haags | Nederlands |
---|---|
asbak | prullenbak |
spatjes | kapsones |
waus | gek |
pierewaaien | naar Scheveningen gaan |
moordgozah | fjine vent |
kerrek | kerk |
wat mot hè?! | wat moet hij?! |
groen pikkie | augurk |
hij hep un tuin op z’n buik | hij is dood |
ut záh mén un baut hacheluh | het kan me niks schelen |
Zuid-Nederland
We besluiten dit overzicht met dialecten met de streektalen die je in het zuiden van Nederland tegen kunt komen. De meeste mensen kennen Limburgs en Brabants, maar in Zuid-Nederland wordt ook Zeeuws-Vlaams gesproken. Hieronder lees je er meer over en geven we je per dialect een aantal voorbeelden.
Limburgs
Als je met iemand praat die uit Limburg komt, kun je dit vaak direct horen. Zo’n iemand praat namelijk met een duidelijk accent. De taal die de mensen uit deze provincie spreken wordt voor het gemak vaak Limburgs genoemd, want er zijn tientallen verschillende dialecten in de provincie Limburg. Zuidoost-Limburgs, Weertlands, Centraal Maaslands, Zuiderkempens en Lommels zijn hier voorbeelden van. Het Limburgs wordt overigens niet alleen in Nederland gesproken, maar ook in (delen van) Belgisch-Limburg.
Ondanks dat er in Limburg verschillende dialecten gesproken worden, zijn er toch overeenkomsten tussen de streektalen. Als we naar de kenmerken kijken, zien we bijvoorbeeld dat er in het Limburgs andere toonhoogtes worden gebruikt om het verschil in betekenis tussen woorden aan te duiden. Om je wat meer inzicht te geven in het Limburgs, zie je in de tabel hieronder een aantal voorbeelden van Limburgse woorden en zinnen.
Limburgs | Nederlands |
---|---|
wablief/watblief/watbleef | wat zeg je |
tien op twaalf | tien over twaalf |
beurs | portemonnee |
naar onder | naar beneden |
de mösje valle vaan ‘t daak | de mussen vallen van het dak |
sjaele kal | prietpraat |
pratsj | modder/smurrie |
doa velt mig de boks van aaf | daar zakt me de broek van af |
kum se auch? | kom je ook? |
plat kallen | plat praten |
Brabants
Samen met het Hollands is het Brabants het dialect dat het meest gesproken wordt in Nederland. Hierdoor verbaast het je misschien niet dat dit dialect een grote invloed heeft gehad op de totstandkoming van het standaardnederlands. Dit kwam onder meer doordat Brabant in de 16e eeuw het meest dominante gewest was. Daarnaast werd het Brabants dialect in deze periode veel gesproken in Antwerpen, de plek waar de basis voor de Nederlandse standaardtaal gelegd werd.
Ondanks dat er behoorlijk veel dialecten tot het Brabants gerekend worden, zijn er toch een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Zo wordt er het woordje ‘jij’ in het Brabants vaak vervangen door ‘gij’. Bovendien eindigen verkleinwoorden in dit dialect vaak niet op ‘-(t)je’, maar op ‘-(s)ke’. Daarnaast gebruiken mensen die Brabants spreken vaak ‘hedde’ in plaats van ‘heb’.
Brabants | Nederlands |
---|---|
sproeier | douche |
houdoe! | doei! |
verrekte koekwaus | idioot |
ermoei | armoede |
schòn/skon | mooi |
bekant | bijna |
wa zedde nou? | dat meen je niet |
ik ben afgewerkt | ik ben klaar met werken |
lekkere kuukskes | lekkere koekjes |
hedde gij da gedaan? | heb jij dat gedaan? |
Zeeuws-Vlaams
In Zeeuws-Vlaanderen worden voornamelijk de dialecten West-Zeeuws-Vlaams (Land van Cadzands), Land van Axels en Oost-Vlaams gesproken. Ondanks dat deze dialecten onderling sterk van elkaar verschillen, zijn er ook overeenkomsten. Zo heeft ieder dialect bijvoorbeeld Vlaamse invloeden. Dit merk je vooral in de uitspraak, maar bij sommige woorden is dit ook op grammaticaal gebied terug te zien. Dit is op zich niet gek, want tot ongeveer 1600 hoorde Zeeuws-Vlaanderen namelijk bij het graafschap Vlaanderen. Pas toen Napoleon in 1814 viel, werd Zeeuws-Vlaanderen onderdeel van Nederland.
Een van de belangrijkste kenmerken van het Zeeuws-Vlaams is dat de ‘g’ in veel woorden als een ‘h’ wordt uitgesproken. Daarnaast valt de ‘doffe e’ vaak weg uit woorden met een ‘-en’-verbinding. Om je een idee te geven van het Zeeuws-Vlaams dialect, staan hieronder een aantal woorden en zinnen op een rijtje.
Zeeuws-Vlaams | Nederlands |
---|---|
krauwen | krabben |
frèz’n | aardbeien |
èrpels | aardappels |
da messant nie | dat geeft niet |
ik bin der van oonder | ik ga er vandoor |
hern | graag |
slets’n | slippers |
vansef | natuurlijk |
op zun elfendertigst | langzaam |
‘t steekt nie op een jûûnpelle | het komt niet zo nauw |