Nederlandse zinnen kunnen onderverdeeld worden in verschillende woordgroepen. Werkwoorden, zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden zijn de bekendste, maar er kan ook een voegwoord in een zin staan. Wil je meer over deze woordsoort te weten komen? Dan ben je hier aan het juiste adres. Op deze pagina vertellen wij je namelijk alles wat je moet weten over voegwoorden. We leggen je uit wat voegwoorden precies zijn, staan stil bij de verschillende soorten voegwoorden en behandelen problemen met voegwoorden. Onderaan deze pagina vind je nog een handige lijst met alle voegwoorden.

Definitie van voegwoorden en waarom ze belangrijk zijn in de Nederlandse taal

Voordat we dieper ingaan op voegwoorden, is het eerst handig om te weten wat het zijn. In principe kun je aan de naam al veel afleiden, want voegwoorden worden gebruikt om zinnen of woordgroepen samen te voegen. Daarnaast hebben voegwoorden ook nog een andere functie, want ze vertellen je wat het verband is tussen twee woordgroepen of zinnen.

Begrijp je nog niet helemaal wat voegwoorden zijn? Kijk dan eens naar de volgende twee zinnen:

  • Merle eet een broodje. Ze heeft honger.
  • Merle eet een broodje, want ze heeft honger.

In voorbeeld 1 gaat het om twee losse zinnen, terwijl deze zinnen in voorbeeld 2 zijn samengevoegd tot één zin. Het enige verschil is het woordje ‘want’ dat in het tweede voorbeeld is toegevoegd. Dit is het voegwoord, want het verbindt beide zinnen met elkaar.

Soorten voegwoorden

Ondanks dat voegwoorden altijd gebruikt worden om zinnen of woordgroepen met elkaar te verbinden, is niet ieder voegwoord hetzelfde. In de Nederlandse taal wordt namelijk onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten voegwoorden. Hieronder hebben wij alle soorten voor je op een rijtje gezet.

  • Voegwoorden van tijd: geven aan in welke volgorde of op welk moment iets gebeurt.
  • Voegwoorden van reden, oorzaak en gevolg: in de ene zin wordt een reden of oorzaak genoemd, in de andere zin het gevolg.
  • Voegwoorden van voorwaarde: de ene zin is een voorwaarde voor de andere zin.
  • Voegwoorden die een tegenstelling aangeven
  • Voegwoorden van toevoeging: de ene zin voegt informatie toe aan de andere.
  • Overige voegwoorden: hebben meestal geen functie, ze worden alleen gebruikt om zinnen samen te voegen.

Onderschikkende voegwoorden en nevenschikkende voegwoorden

Een voegwoord is altijd onderschikkend of nevenschikkend. Onderschikkende voegwoorden worden vaak gebruikt als verbinding tussen een hoofdzin en een bijzin. De informatie in de hoofdzin is belangrijker dan die in de bijzin, vandaar dat het voegwoord onderschikkend is. Je onderscheidt beide zinnen van elkaar door naar het onderwerp en de persoonsvorm te kijken. In de hoofdzin staan onderwerp en persoonsvorm vaak vooraan, in de bijzin staat de persoonsvorm vaak ergens achteraan.

Nu je weet wat onderschikkende voegwoorden zijn, gaan we door met de nevenschikkende voegwoorden. Deze voegwoorden gebruik je om twee hoofdzinnen met elkaar te verbinden. Het onderwerp en de persoonsvorm staat in beide hoofdzinnen ergens vooraan. Daarbij komt dat je nevenschikkende voegwoorden tussen twee zinnen kunt plaatsen zonder dat de woordvolgorde hierdoor verandert. Bij onderschikkende voegwoorden verandert de volgorde wel.

Gebruik van voegwoorden in verschillende contexten

Voegwoorden worden zowel in gesproken als geschreven taal gebruikt. In gesproken taal ben jij je alleen minder bewust van het gebruik van deze woordsoort. Dit komt doordat het brein van de meeste Nederlanders automatisch de juiste voegwoorden toevoegt aan een zin. Bij geschreven taal moet je hier meestal wel over nadenken. Om het verschil duidelijk te maken, gaan we hieronder in op het gebruik van voegwoorden bij zowel schrijven als spreken.

Schrijven

Zoals je eerder in deze tekst al las, worden voegwoorden gebruikt om twee zinnen samen te voegen. Toch kun je er ook meer dan twee zinnen mee verbinden. Kijk maar eens naar deze voorbeeldzin: ‘Peter wilde niet naar school, want hij voelde zich niet lekker, omdat hij iets verkeerds had gegeten en hierdoor constant naar het toilet moest. In deze zin staan liefst drie voegwoorden.

Ondanks dat het in principe niet verboden is om meer dan twee zinnen met elkaar te verbinden door middel van voegwoorden, heeft het niet de voorkeur. Een zin wordt op deze manier namelijk onnodig lang en dat komt de leesbaarheid ervan niet ten goede. Overdrijf daarom niet met het gebruik van voegwoorden.

Sommige mensen hebben er een handje van om een zin te beginnen met voegwoorden als ‘en’, ‘maar’, ‘want’ of ‘omdat’. Er is weliswaar geen officiële regel die het gebruik van een voegwoord aan het begin van een zin verbiedt, maar het is niet gewenst. Het doel van voegwoorden is immers om twee zinnen met elkaar te verbinden en dat doen ze niet als je ze aan het begin van een zin gebruikt.

Spreken

Als je twee zinnen met elkaar wilt verbinden door middel van een voegwoord, moet je hier vaak goed over nadenken als je deze uitschrijft of uittypt. Bij spreektaal is dit in mindere mate het geval, want ons brein verbindt twee zinnen met elkaar en kiest automatisch het juiste voegwoord.

Waar het bij schrijven in principe ‘not done’ is om een zin met een voegwoord te beginnen, is dit bij spreektaal een minder groot probleem. Zo zijn er genoeg native Nederlanders die een gesproken zin beginnen met ‘en’ of ‘maar’. Dit laatste voegwoord kan bovendien gebruikt worden om een zin te hervatten na een korte stilte. Hierdoor krijgt het tweede deel van de zin extra lading. Begin je in een geschreven tekst een zin met ‘maar’? Dan wordt dit al snel afgekeurd.

Problemen met voegwoorden

Doordat native Nederlanders dag in dag uit voegwoorden gebruiken, hoeven zij hier vaak niet over na te denken. Wil je als buitenlander Nederlands leren? Dan kan deze woordsoort voor problemen zorgen. Geen paniek, want je bent echt niet de enige die hier tegenaan loopt. Om te voorkomen dat je constant in de fout gaat, behandelen we hier een aantal problemen met voegwoorden.

Foutief gebruik van voegwoorden

Wil je twee zinnen met elkaar verbinden, maar weet je niet welk voegwoord je hier het beste voor kunt gebruiken? Dan kies je misschien lukraak een voegwoord uit. Verstandig is dit niet, want de kans is groot dat de zin niet lekker loopt. Als een zin wel lekker loopt, kan er alsnog sprake zijn van foutief gebruik van voegwoorden. Zorg er daarom voor dat je weet wanneer je welk voegwoord gebruikt.

Veelgemaakte fouten en valkuilen

Naast het kiezen van het verkeerde voegwoord worden er nog meer fouten gemaakt met deze woordsoort. Zo denken sommige mensen dat er voor een voegwoord altijd een komma komt te staan. Er gaat inderdaad vaak een komma vooraf aan voegwoorden, maar dit is niet altijd het geval. Het voegwoord ‘dat’ is hier bijvoorbeeld een uitzondering op. Een tweede veelgemaakte fout bij voegwoorden is dat Nederlanders denken dat er nooit een komma voor het voegwoord ‘en’ komt. In veel zinnen gaat ‘en’ inderdaad niet vooraf door een komma, maar dit kan wel degelijk. Maakt een komma de zin duidelijker of vergroot dit leesteken de leesbaarheid? Dan is het verstandig om hem wel voor ‘en’ te plaatsen.

We zien bovendien dat veel mensen de fout ingaan met de voegwoorden ‘omdat’ en ‘doordat’. Je gebruikt ‘omdat’ bij een reden en ‘doordat’ bij een oorzaak. Er is een handig ezelsbruggetje om dit te onthouden, want in ‘doordat’ zit het woordje ‘oor’ van oorzaak. Als je dit in gedachten houdt, gebruik je deze voegwoorden waarschijnlijk niet meer door elkaar.

Oorzaken van foutief gebruik

Tips om fouten te vermijden

Is Nederlands niet je moedertaal? Dan maak je misschien fouten met voegwoorden. Als dit gebeurt begrijpt iemand misschien niet wat je bedoelt. Om de kans op miscommunicatie te verkleinen, is het verstandig extra te oefenen met voegwoorden. Je krijgt deze woordsoort zo namelijk steeds beter onder de knie, waardoor je er minder fouten mee maakt.

Daarnaast kun je fouten met voegwoorden vermijden door goed naar de twee zinnen te kijken die je met elkaar wilt verbinden. Bepaal eerst wat het verband tussen beide zinnen is, zodat je weet welk soort voegwoord je moet gebruiken. Kijk vervolgens in de lijst hieronder bij de soort waar het om gaat en bepaal welk voegwoord het meest op zijn plaats is.

Lijst met voegwoorden

Omdat de Nederlandse taal ontzettend veel voegwoorden heeft, is het geen doen om deze allemaal uit je hoofd te leren. Gelukkig hoeft dit ook niet, want wij hebben een handige lijst met voegwoorden voor je opgesteld. De voegwoorden zijn gesorteerd per soort, zodat je makkelijk en snel kunt bepalen welk voegwoord je moet gebruiken.

Opsomming

  • en
  • ook
  • verder
  • bovendien
  • daarnaast
  • voorts
  • niet alleen.....maar ook
  • zowel.....als
  • noch....noch
  • daar komt nog bij dat
  • ten eerste, op de eerste plaats
  • ten tweede, ten derde, etc.
  • ten slotte
  • vervolgens

Tegenstelling

  • maar
  • echter
  • doch
  • natuurlijk
  • toch
  • daarentegen
  • integendeel
  • evenwel
  • enerzijds....anderzijds
  • aan de ene kant....aan de andere kant
  • in tegenstelling tot
  • desondanks
  • daar staat tegenover
  • niettemin, desalniettemin
  • of(wel)....of
  • behalve
  • eigenlijk
  • terwijl
  • dan

Redenen/argumenten

  • want
  • omdat
  • aangezien
  • immers
  • namelijk
  • derhalve
  • daarom
  • vanwege
  • op grond van

Oorzaak-gevolg

  • doordat
  • daardoor
  • waardoor
  • hierdoor
  • met als gevolg
  • ten gevolge van
  • dit is te danken/wijten aan
  • de oorzaak hiervan is
  • zodat
  • bijgevolg
  • dan ook
  • dientengevolge
  • want
  • zodoende

Middel/doel

  • opdat
  • om
  • daartoe
  • met de bedoeling (om)
  • waarmee
  • door middel van
  • met behulp van
  • is erop gericht
  • om te
  • daarmee

Toelichting/verduidelijking

  • dat houdt in
  • dat wil zeggen
  • met andere woorden
  • bijvoorbeeld
  • ter illustratie
  • zoals
  • onder andere
  • Voorbeeld
  • bijvoorbeeld
  • ter illustratie
  • zo
  • zoals
  • stel – for example

Voorwaarde

  • als
  • indien
  • wanneer
  • mits
  • op voorwaarde dat
  • tenzij
  • aangenomen dat
  • gesteld dat

Relativering

  • hoewel
  • ofschoon
  • ondanks dat
  • weliswaar
  • tenzij

Vergelijking

  • alsof
  • evenals
  • eveneens
  • evenzeer
  • in vergelijking met
  • net als
  • overeenkomstig

Samenvatting

  • samenvattend
  • kortom
  • al met al
  • terugblikkend
  • oftewel
  • samengevat

Concluderend

  • dus
  • concluderend
  • dat betekent
  • hieruit volgt dat

Periode in tijd

  • eerst
  • dan
  • daarna
  • toen
  • zodra
  • vroeger
  • voordat
  • tot nu toe
  • plots, plotseling
  • reeds
  • al
  • wanneer
  • terwijl
  • nadat
  • aanvankelijk
  • intussen/ondertussen
© Copyright 2024 - Vertaalbureau Perfect B.V.