Vreemdelingen (non-natives) hebben over het algemeen meer moeite met de Nederlandse taal dan oorspronkelijke Nederlanders (natives). Dit komt vooral doordat Nederlands niet hun moedertaal is. Hierdoor kunnen zij zich soms maar moeilijk redden in onze taal. Zo hebben veel non-natives bijvoorbeeld moeite met het begrijpen van sommige Nederlandse woorden. Benieuwd wat de grootste struikelblokken zijn? Vertaalbureau Perfect zet ze hier voor je op een rijtje, gaat in op eventuele regels en geeft een aantal handige tips om de woorden onder de knie te krijgen.

De lidwoorden ‘de’ en ‘het’

De lidwoorden ‘de’ en ‘het’ komen in het Nederlands in bijna iedere zin voor. Omdat deze woorden nogal klein zijn, verwacht je misschien niet dat ze voor problemen zorgen. Toch hebben veel non-native Nederlanders moeite met deze lidwoorden. Dit komt vooral doordat Nederlandse woorden niet alleen mannelijk en vrouwelijk kunnen zijn, maar ook onzijdig. Omdat veel non-natives niet weten of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is, komt het geregeld voor dat zij het verkeerde lidwoord gebruiken.

Algemene regels voor het gebruik van 'de' en 'het'

Gebruik je ‘de’ en ‘het’ regelmatig verkeerd? Dan ben je misschien benieuwd wat de regels zijn voor het gebruik van deze lidwoorden. Helaas zijn er maar weinig regels die je kunnen helpen bij het bepalen van het juiste woordgeslacht. De meeste native Nederlanders krijgen dit van jongs af aan mee, waardoor ze precies weten wanneer ze ‘de’ en ‘het’ gebruiken.

Omdat er weinig regels zijn voor het gebruik van ‘de’ en ‘het’, vraag jij je misschien af hoe je dan leert om deze lidwoorden op de juiste manier te gebruiken. Het uit je hoofd leren van woorden kan je hier een handje bij helpen. Je prent dan bij jezelf in wanneer je ‘de’ gebruikt en wanneer ‘het’. Kom je er niet uit? Dan kun je natuurlijk ook altijd even opzoeken wat het juiste lidwoord is bij een zelfstandig naamwoord.

Er zijn weliswaar niet veel regels voor het gebruik van de lidwoorden ‘de’ en ‘het’, maar toch zijn er wel een paar handvatten. Zo moet je bijvoorbeeld weten dat ‘het’ gebruikt wordt voor onzijdige woorden, terwijl ‘de’ over het algemeen voor mannelijke en vrouwelijke woorden komt te staan. Daarnaast zijn er nog een paar ‘regeltjes’. Om het overzichtelijk te houden, zetten we hier een aantal zaken op een rijtje die je kunnen helpen bij het kiezen van het juiste lidwoord.

Het-woorden

  • Verkleinwoorden: het ijsje, het plantje
  • Landen en plaatsen: het Europese vasteland, het Nederland uit de Gouden Eeuw
  • Metalen: het aluminium, het tin
  • Sporten en spellen: het voetbal, het ganzenbord
  • Stofnamen: het hout, het brood
  • Talen: het Nederlands, het Duits
  • Windrichtingen: het oosten, het zuidoosten
  • Woorden met twee lettergrepen die beginnen met be-, ge-, ver- en ont-: het bezwaar, het gevaar, het verzet, het ontvangst.
  • Woorden eindigend op -isme, - ment, -sel en -um: het toerisme, het isolement, het uittreksel, het album

De-woorden

  • Vruchten, bomen en planten: de peer, de kastanje, de orchidee
  • Rivieren en gebergten: de Rijn, de Himalaya
  • Cijfers en letters: de acht, de m
  • De meeste woorden die personen aanduiden: de moeder, de buurman, de trainer, de leerkracht

In sommige gevallen kun je ook aan de uitgang zien of het om een ‘de-woord’ gaat. Zo zijn woorden met de onderstaande uitgangen over het algemeen mannelijk of vrouwelijk, waardoor ze vaak ‘de’ als lidwoord krijgen.

  • -heid en -nis
  • -de en -te
  • -ij, -erij, -arij, -enij en -ernij
  • -ing, -st
  • -ie, -tie, -sie, -logie, -sofie en -agogie
  • -iek en -ica
  • -theek, -teit en -iteit
  • -tuur en -suur
  • -ade, -ide, -ode en -ude
  • -ine, -se en -age
  • -sis, -tis en -xis

Uitzonderingen en bijzonderheden

Alsof de Nederlandse taal nog niet moeilijk genoeg is, zijn er ook nog uitzonderingen op de bovenstaande regels. Zo las je hierboven bijvoorbeeld dat woorden die op -isme, -ment, -sel en -um eindigen het lidwoord ‘het’ krijgen. Dit is niet altijd het geval, want het is bijvoorbeeld ‘de recruitment’ en ‘de datum’. Ook voor ‘de-woorden’ gelden op dit gebied uitzonderingen. Woorden die personen aanduiden krijgen vaak het lidwoord ‘de’, maar dit is bij bijvoorbeeld afdelingshoofd niet het geval. Het is namelijk ‘het afdelingshoofd’.

In sommige gevallen hoef je niet te weten of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is. Sommige Nederlandse woorden kunnen namelijk zowel ‘de’ als ‘het’ krijgen. Het woord ‘deksel’ is hier een bekend voorbeeld van. Andere woorden die beide lidwoorden kunnen krijgen zijn: doolhof, eigendom, pond, medicijn, idee en blog.

Woorden met afwijkend geslacht

Een ‘de-woord’ kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Gelukkig zijn er manieren waarop je het woordgeslacht kunt bepalen. Dit is vooral bij vrouwelijke woorden het geval. Eindigt een woord op -e, -de, -te, -ie of -ij? Dan gaat het in veel gevallen om een vrouwelijk woord. Woorden die op -teit, -heid, -ing, -st, -is, -ica, -theek en -iek eindigen zijn meestal ook vrouwelijk.

hoe herken je vrouwelijke woorden Afbeelding: Bron

Eindigt een woord niet op de bovengenoemde uitgangen? Dan denk je misschien dat het een mannelijk woord is. Dat kan, maar dat hoeft niet. Er zijn namelijk woorden met een afwijkend geslacht. Woorden die op een vrouwelijke uitgang eindigen, kunnen bovendien onzijdig zijn. Neem bijvoorbeeld het woord ‘schilderij’. Doordat dit woord eindigt op -ij, denk je misschien dat het vrouwelijk is en dus ‘de’ krijgt. Toch is het een onzijdig woord, waardoor het ‘het schilderij’ is. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor ‘gebergte’. Ondanks de uitgang -e is het toch een onzijdig woord.

Veelvoorkomende fouten die gemaakt worden door expats die Nederlands leren

Wanneer je als expat de Nederlandse taal wilt leren, weet je misschien niet precies wanneer je ‘de’ en ‘het’ gebruikt. Daarnaast zijn er ongetwijfeld nog meer dingen waar je tegenaan loopt. Dit is niet direct reden tot paniek, want expats die Nederlands leren maken regelmatig fouten. Benieuwd waar expats vooral de mist mee ingaan? Wij hebben hier een aantal veelvoorkomende fouten op een rijtje gezet.

  1. woordvolgorde in zinnen
  2. uitspraak
  3. vervoegen van (onregelmatige) werkwoorden
  4. samengestelde woorden
  5. hoofdlettergebruik
  6. het gebruik van ‘jou’ en ‘jouw’

Woorden die meerdere betekenissen hebben (homoniemen)

In de Nederlandse taal komen woorden voor die er hetzelfde uitzien en hetzelfde klinken, maar toch een andere betekenis hebben. Zo’n woord noemen we een homoniem. Dit soort woorden maakt het er niet makkelijker op wanneer je als non-native de Nederlandse taal wilt leren. Om je ook op dit gebied wat meer wegwijs te maken, zetten we hier de belangrijkste zaken met betrekking tot homoniemen op een rijtje.

Regels

Voorbeelden van homoniemen

De Nederlandse taal barst van de homoniemen. Als je hier als non-native Nederlander niet van op de hoogte bent, kunnen er misverstanden ontstaan. Daarom hebben we in de tabel hieronder een aantal woorden op een rijtje gezet die er hetzelfde uitzien en hetzelfde klinken, maar een andere betekenis hebben.

WoordBetekenis 1Betekenis 2
bankzitmeubelgeldinstelling
armlichaamsdeelniet rijk
gerechtrechtbankmaaltijd
kopbekerhoofd
kopermetaaliemand die iets koopt
dekenkleedgeestelijke
kussenzoenenhoofdkussen
lichtniet zwaarschijnsel
maalkeermaaltijd
zwerenbelovenetteren

Tips bij het gebruiken en begrijpen van woorden met meerdere betekenissen

Voor native Nederlanders leveren homoniemen in een zin vaak geen problemen op, maar non-native Nederlanders kunnen hier behoorlijk mee worstelen. Als een woord meerdere betekenissen kan hebben, slaat de twijfel bij veel expats toe. Zij weten namelijk niet precies wat er in de betreffende zin met het woord bedoeld wordt. Hierdoor kan er miscommunicatie ontstaan.

Om de kans op miscommunicatie te verkleinen, is het belangrijk dat je de context begrijpt. Als iemand je zegt dat hij even op de bank gaat liggen om uit te rusten, bedoelt hij met ‘bank’ in dit geval een zitmeubel. Het is namelijk niet gebruikelijk dat iemand op het dak van een geldinstelling klimt en hier even lekker gaat liggen. Lees de zin daarom nog eens rustig door of vraag of iemand hem een keer wil herhalen. Kijk of luister dan of je aan de hand van andere woorden af kunt leiden wat de juiste betekenis van een homoniem is.

Als expat kan het voorkomen dat je zelf ook zinnen maakt met woorden die meerdere betekenissen kunnen hebben. Je kunt proberen om homoniemen te vermijden, maar dit hoeft niet. Althans, niet als je met een native Nederlander in gesprek bent. Hij zal je over het algemeen gewoon begrijpen, want het brein van iemand met Nederlands als moedertaal filtert razendsnel wat in de huidige context de juiste betekenis van het woord is.

Samengestelde woorden

In de Nederlandse taal kunnen twee of meer woorden samengevoegd worden tot één woord. Zo’n woord noemen we ook wel een samengesteld woord. Voorbeelden hiervan zijn: fietstas, voetbal, boekenkast en kippensoep. Native Nederlanders hebben vaak geen moeite met dergelijke woorden, maar non-native Nederlanders struikelen er regelmatig over.

Tips om samengestelde woorden te begrijpen

De samengestelde woorden die we hierboven noemden zijn relatief kort. Er zijn namelijk ook nog veel langere samengestelde woorden, zoals langeafstandsloper. Hoe langer het woord, des te meer moeite expats er doorgaans mee hebben. Gelukkig is er een manier waarop je samengestelde woorden makkelijker kunt begrijpen. Je kunt ze namelijk opsplitsen in kleine stukjes. Als je de betekenis van deze ‘losse’ woorden weet, lukt het je waarschijnlijk ook om de betekenis van een samengesteld woord te ontrafelen. Lukt dit niet direct? Vertaal de losse woordjes dan eens in je moedertaal. Grote kans dat je zo alsnog begrijpt wat ze betekenen.

Veelgemaakte fouten bij het begrijpen van samengestelde woorden

Sommige samengestelde woorden bestaan uit tientallen letters. Wanneer je als expat zo’n woord onder ogen krijgt, begint het je misschien al te duizelen. Dit brengt ons direct bij een veelgemaakte fout bij het begrijpen van samengestelde woorden, want er wordt vaak naar de lengte van het woord gekeken. Hoe langer het woord, des te groter de paniek. Als je in paniek raakt als je een lang samengesteld woord onder ogen krijgt, wordt het een stuk lastiger om het woord te begrijpen. Blijf daarom altijd rustig

Een tweede fout die non-native Nederlanders vaak maken bij samengestelde woorden, is dat zij het woord op de verkeerde manier in stukjes knippen. Dit zorgt vaak voor problemen als ieder ‘los’ woord vervolgens in de eigen taal vertaald wordt. Bij samengestelde woorden is het de kunst om te herkennen uit welke woorden ze zijn opgebouwd. Wanneer je hierin slaagt, merk je snel genoeg dat samengestelde woorden begrijpen een stuk makkelijker wordt.

In veel Nederlandse zinnen komt het woordje ‘er’ voor. Native Nederlanders gebruiken ‘er’ vaak automatisch op de goede manier, maar voor non-natives is dit niet vanzelfsprekend. Dit woord kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een zin compleet te maken. Omdat ‘er’ eigenlijk nooit nadruk krijgt, moet je goed luisteren om het te horen.

Als we naar Nederlandse zinnen kijken, zien we dat ‘er’ bijvoorbeeld gebruikt wordt om een plaats aan te duiden. In de zin ‘Jan woont al jaren in Utrecht, hij woont er met veel plezier’ verwijst ‘er’ naar de plaats Utrecht. Daarnaast kan ‘er’ in een zin in combinatie met een telwoord voorkomen: ‘Ik heb tien snoepjes. Heb je ‘er’ tien?’. ‘Er’ verwijst in dit geval naar de snoepjes.

Wie denkt dat ‘er’ altijd als los woord voorkomt in een zin, heeft het mis. Dit woord kan namelijk ook vastgeplakt worden aan een voorzetsel, zoals bij ‘erop’ en ‘erin’ het geval is. ‘Er’ en het voorzetsel worden vaak aan elkaar geplakt als het voorzetsel er direct achter staat. Dit gebeurt overigens niet altijd. Als er meerdere voorzetsels in een zin staan, kan ‘er’ namelijk ook los geschreven worden.

Advies voor expats om het begrip van het woord 'er' te verbeteren

Omdat ‘er’ veel gebruikt wordt in de Nederlandse taal, is het voor expats handig om hun begrip van dit woord te verbeteren. Er zijn verschillende manieren waarop je dit kunt doen. Allereerst is het belangrijk dat je veel leest. Door te lezen vergroot je niet alleen je woordenschat, maar verbeter je ook het begrip van woorden als ‘er’. Beperk je niet alleen tot het lezen van boeken, maar lees ook kranten en tijdschriften.

Daarnaast kun je het begrip van het woord ‘er’ verbeteren door met anderen in gesprek te gaan. Praat bij voorkeur met een native Nederlander, want zo’n iemand zal regelmatig ‘er’ gebruiken in zijn zinnen. Hij kan je misschien ook uitleggen waarom hij dit woord gebruikt en wat het in de betreffende zin betekent. Tot slot kun je jouw begrip van het woordje ‘er’ verbeteren door naar Nederlandse televisieprogramma’s te kijken. Overweeg de ondertiteling aan te zetten, zodat je ziet wanneer ‘er’ gebruikt wordt.

Veelgemaakte fouten door Nederlandse sprekers (bij het gebruik van het woord 'er')

Ondanks dat het gebruik van ‘er’ bij veel Nederlandse sprekers automatisch gaat, wordt dit woord lang niet altijd goed gebruikt. In gesproken taal valt dit meestal niet op, maar in geschreven taal wel. Dit gebeurt vooral wanneer er na ‘er’ een voorzetsel volgt. Veel mensen schrijven ‘er’ en het voorzetsel dan aan elkaar, maar dit is niet altijd juist. Verwijst ‘er’ bijvoorbeeld naar een plaats? Schrijf het dan los van het voorzetsel.

Een andere veelgemaakte fout die native Nederlanders met ‘er’ maken, is dat zij dit woord soms onnodig gebruiken. Als ‘er’ geen plaats aanduidt, niet het onderwerp is en er geen telwoord of voorzetsel is waaraan ‘er’ gelinkt kan worden, kan je het woordje het beste weglaten uit een zin. ‘Er’ heeft dan namelijk geen functie.

Overige woorden die lastig zijn voor expats

Wie denkt dat expats alleen moeite hebben met ‘de’ en ‘het’, samengestelde woorden en ‘er’, heeft het mis. Er zijn namelijk nog genoeg andere woorden die non-native Nederlanders maar moeilijk te begrijpen zijn. Ter afsluiting zetten we hier een aantal van deze woorden op een rijtje.

Gezellig

Als je als expat in Nederland komt, is ‘gezellig’ vaak een van de eerste woorden die native speakers aan je proberen te leren. Veel non-natives vinden dit een lastig woord om uit te spreken. Wat het er niet makkelijker op maakt, is dat er niet echt een goede Engelse vertaling voor is. ‘Gezellig’ wordt vaak vertaald als ‘cozy’, maar native Nederlanders vinden niet dat dit woord de lading volledig dekt. Vandaar dat ze je liever het woord ‘gezellig’ leren.

Hottentottententententoonstelling

In het Nederlands komen een aantal bijzonder lange woorden voor. Een goed voorbeeld hiervan is hottentottententententoonstelling. De gemiddelde expat lukt het niet om dit woord op een fatsoenlijke manier uit te spreken. Dit komt vooral door het grote aantal t’s dat dit woord bevat. Gelukkig hoef je het ook niet te leren, want hottentottententententoonstelling is geen woord dat je zult gebruiken. Toch is het wel een grappig woord om met je Nederlandse uitspraak te oefenen.

Helaas pindakaas

Hoor je als non-native Nederlander een native Nederlander ‘helaas pindakaas’ zeggen? Dan frons jij waarschijnlijk je wenkbrauwen. Logisch, want er zijn maar weinig expats die weten wat dit betekent. Dit komt doordat het een typisch Nederlandse uitdrukking is. ‘Helaas pindakaas’ wordt vaak gezegd wanneer iemand achter het net vist. Heeft iemand twee kaartjes over voor een concert en meld jij je als derde? Dan ben je net te laat, waardoor de persoon in kwestie ‘helaas pindakaas’ kan zeggen.

Poldermodel

De term ‘poldermodel’ is ook typisch Nederlands. Vandaar dat een expat dit woord niet direct begrijpt als hij er voor het eerst mee in aanraking komt. Als een native Nederlander het over het poldermodel heeft, denk je misschien dat het over de inpoldering gaat. Toch is dit niet het geval, want hij bedoelt dan het Nederlandse model waarin werkgevers, vakbonden en de overheid met elkaar om tafel gaan om te onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden en het loon.

© Copyright 2024 - Vertaalbureau Perfect B.V.